Bir yağmur sicimiyim gökte diğerlerinin yanında yalnızca düşüşümü izliyorum bulutlar kırılıyor bir çekiçle Antwerp’te o sicim gibiyim kalbime eldiven geçirip tutuyorum insanları en çok erkekleri [memleketimde] ve neden ellerinde çekiçle dolaştıklarını düşünüyorum -nezaketten haz almayı öğrendim-
Ik ben een regensnoer in de hemel naast al de andere volg ik alleen mijn eigen val de wolken breken door een bloem in Antwerpen ben ik als dat snoer ik doe mijn hart een handschoen aan en houd de mensen vast ik denk vooral aan de mannen [in mijn land] en waarom zij rondlopen met bloemen in hun hand -ik heb begrepen dat ze aan hoffelijkheid plezier beleven-