DÖNÜŞ
Yedi yıldan sonra, toz toprak içinde
Tutmayan bir kol ve seyrek atan bir yürekle
Evden barktan uzak, teneke aylar altında o sürgünden
Yedi yıldan sonra, ağır ağır dönünce
Önce kadın irkildi. İlkin anlamadı, ansızın irkildi
Susunca çok susuyordum, konuşunca çok, gülünce
Hıçkırıklar takıla takıla dökülüyordu boğazımdan
Uyum tutturamıyordum yani ne sözde ne şiirde
Kedi, incecik ak kedi alçacık duvarda yürüyordu
Görüyordum ama başka bir yaşamda görüyordum,
iyi bak anlıyor musun
Bahçe küçük ağaçlar, güller, mor menekşelerle doluydu,
şu Çin şiirlerinde olduğu gibi
- Şiir yazmakla karnını doyuracağını sanıyor musun?
Burnumun direği sızlıyordu, sıcacık oluyordum gözyaşıyla
-Eskiden ne iyiydi!
Eskiden gelirdim kendi evime
Kendi gençliğime gelirdim
- Senin zaten eski şiirlerin daha iyi..
Ama o zamanlar ağlamıyordum, ağlamıyordum ki
O zamanlar birkaç erik yürütüyordum ekmeğimin yanına
Dolaşıyordum unlu sokakları on binlerce arkadaşım
Dostoyevski
Bana şimdi n'oldu. Yüzüme söylüyorlar sevilmediğimi
Sürgün yetmezmiş gibi, çekilenler yetmezmiş gibi
-Ne yabanıl şeysin. Senin yanında olmaktansa
Sırtlanla dolaşmak iyi!
© Mehmet TANER, 1978
Sunak Derinlik Yayınları İstanbul TERUGKEER
Toen ik na zeven jaar, in de stoffige aarde
Met een lamme arm en een bij vlagen kloppend hart
Uit die verbanning ver van huis en haard, onder blikken manen
Na zeven jaar, langzaam terugkeerde
Deinsde de vrouw eerst verschrikt achteruit.
Aanvankelijk begreep ze het niet, plotseling deinsde ze achteruit
Als ik zweeg zweeg ik hevig, praatte ik dan was het veel, lachte ik
Dan kwamen de snikken met horten en stoten mijn keel uit
Ik kon dus geen maat houden niet in woorden noch in poëzie
Een poes, een klein wit poesje liep over een laag muurtje
Ik zag het maar zag het in een ander leven, je moet goed kijken
begrijp je wel?
De tuin stond vol kleine bomen, rozen, paarse viooltjes, zoals in die
Chinese gedichten
- Denk je dat je met poëzie schrijven je brood kunt verdienen?
Het prikte in mijn neus, ik werd warm van de tranen
- Wat was het vroeger goed!
Vroeger kwam ik naar mijn eigen huis
Kwam ik altijd naar mijn eigen jeugd
- Jouw oude gedichten zijn trouwens beter...
Maar in die tijd huilde ik niet, huilde ik dus niet
Toentertijd stal ik wat pruimen voor bij mijn brood
Zwierf ik in bemeelde straten tienduizenden vrienden van me allemaal
Dostojewski
Wat is er nu toch met me gebeurd? Recht in mijn gezicht zeggen ze
dat ze me niet hoeven
Alsof de verbanning al niet genoeg was, alle ellende nog niet genoeg
- Wat ben jij een barbaar zeg. Je kunt nog beter met een wolf
Op stap gaan dan met jou!
© Sytske Sötemann, 2012