hayır bayım mavi dinginliğinde bulamazsın denizin resmini mutluğumun benim arıyorsan onu ve ille sularda ara öylese vazolarda içinde karanfiller çırpınan ki yüzüktü ateşten düşüp elimden kayan - saksağan, çalma onu götürme yanar yuvan - hayır bayım ne mavi ne de dingin benimki biraz özgün
nee mijn heer je kunt in de blauwe stilte van de zee het schilderij van mijn geluk niet vinden als je het zoekt en op het land en in het water zoek dan in de vazen waarin de ritselende anjers staan het was de ring die uit het vuur viel en uit mijn handen gleed - ekster, steel hem niet je nest zal vlam vatten - nee mijn heer noch blauw noch stil is het mijne een weinig eigen
ve uyudu ışık acıtıp çiçeklerin kalbinde saklandı fotoğraflar kendi negatifinde gece çoğalttı yıldızlarını uzak adaların üzerinde koygun ezgiler doldurdu rüzgarın yerine bir kano olmayan yelkenlerine gece yakışırdı ençok bir gezgine
en het licht sliep schrijnend in het hart van de bloemen verborgen zich de foto's in het eigen negatief vermeerderde de nacht haar sterren boven verre eilanden bliezen weemoedige wijsjes in plaats van de wind in de afwezige zeilen van een kano paste de nacht in de regel het best een nomade
kuşatılmış bir şehre sıkılan kurşunlar ürperttiği bir beden: yalnızlığın tekil halidir! herkes gitti herkes gitti herkes bir intihar makamında sanki ... şimdi ne şarkılar eski tadında artık ne de adımlarımda ritim var tut ki şakağından vurulmuştur rüzgar çırpınıp, ve burada: sonsuza kadar! bedenim yaralı bir şehir şimdi
kogels afgeschoten op een omsingelde stad een lichaam dat zij doen sidderen: de enkelvoudige toestand van eenzaamheid! iedereen verdween iedereen verdween iedereen als op een afdeling voor zelfmoord... nu zijn er geen liedjes meer in de oude stijl noch zit er ritme in mijn stappen stel je voor dat uit je slaap de wind opstak en voortjoeg, en hier: tot in het oneindige! mijn lichaam is nu een gewonde stad
başlangıcını kendiyle taşıyor kelimeler uyruğunu, tarihi, yurdunu haritaların yoksayıp unutturduğu bize ışık taşları, yıldızların gönderdiği çok uzaktan düşüp de aydınlatan gecemize yazılan her satır ve sanki her türkü her masal her öykü bir itirazdır gördüklerine mermer taşına kazınanlar ve coşkuyla kazanılmış korkunç zaferlerin övünçle yazılmış kitabeleri bile
woorden bezorgen ons zelf hun oorsprong hun afstamming, de geschiedenis, hun windstreek gewist op de landkaart en uit ons geheugen stenen van licht, door sterren gestuurd, die van verre onze nacht invallen en verlichten elke geschreven regel en naar het lijkt elk liedje elk sprookje elk verhaal is in tegenspraak met wat zij zagen zij die in marmer zijn uitgehouwen en zelfs de met trots beschreven tabletten van in geestdrift behaalde gruwelijke overwinningen
budanmış bir kavak ağacı kaçarcasına yeryüzünden uzayıp gitmekte gökyüzünde bir yıldız tirtreşmekte biri düşlüyor ötekini öteki suya düşmekte yalnızlık bir gemidir korsanları huzursuz kapıldığı adanın büyüsüyle hayır adadır o pek susuz uzak buruk meskunsuz ayartan gemileri ezgisiyle ve varır varmaz her gemi öldürülen korsanların süngüsüyle ve,
een gesnoeide populier verheft zich alsof hij vlucht uit de aarde en verdwijnt een ster trilt aan de hemel de een roept de ander op de ander valt in het water eenzaamheid is een schip vol rusteloze piraten, betoverd door het veroverde eiland nee zij is dat zeer dorre, verre, schrale, onbewoonbare eiland dat schepen verleidt met haar melodie en dat steeds wanneer een schip aanlegt wordt gedood door de bajonet van piraten en,
ışık delisi kristaller boğmazlar aydınlığı sırlı kuyularda renk delisi karanfiller dansa dururlar kristal vazolarda her dans bitimsizdir sonu hüzün olsa da
de van licht bezeten kristallen kelen niet de helderheid in de verglaasde bronnen de van kleur bezeten anjers blijven dansen in de kristallen vazen elke dans is zonder einde ook als de afloop treurig is
günbatımı... saksıdaki çiçeklerin uzayıp gittiğini farketti, ağaçların sokaktaki uzayıp gittiğini farketti, sarkmış çatıların ve balkonların evlerden uzayıp gittiklerini farketti, kanatlarının havadaki kuşların uzayıp gittiğini... dünyada en uzun şeyin... günbatımı... pencereden bakarken... alın haritasının, yansıyan camdaki, kusursuz olduğunu farketti, kayan yıldızlarca çizilmiş; ellerinin kusursuz sarktığını omuzlarından ve biriyle öteki arasındaki uzaklığın uzayıp gittiğini farketti, yalnızlığını fırlatılmış taş öfkesiyle kusursuz gittiğini... ve özetle kusursuz yaşadığını ne bulduysa yaşamda... gerçi hep kusurlu dokunmuştu çiçeklere ama kim kusursuz dokunabilirdi ki bir çiçeğe, gerçi hep kusurlu yaşamıştı aşklarını ama kim kusursuz yaşabilirdi ki bir aşkı, gerçi... günbatımı... pencereden bakan adam fotoğrafı yansıyan camdaki uzayıp giden yüzü
zonsondergang... hij werd gewaar dat de bloemen in de pot langer werden en verdwenen, dat de bomen op straat langer werden en verdwenen, hij ontwaarde dat de overhellende daken en de balkons vanaf de huizen langer werden en verdwenen, dat de vleugels van de vogels in de lucht langer werden en verdwenen... dat het langste in de wereld... zonsondergang... uit het raam kijkend... werd hij gewaar dat de landkaart van zijn voorhoofd, dat zich weerspiegelde in het raam, ongeschonden was, getekend door de verglijdende sterren; ontwaarde hij dat zijn handen ongeschonden van zijn schouders omlaag hingen en dat de afstand tussen de ene en de andere langer werd en verdween, dat zijn eenzaamheid ongeschonden verdween door de woede van de geworpen steen... en samengevat dat hij ongeschonden had geleefd wat hij in het leven ook had ondervonden... hoewel hij bloemen altijd geschonden had aangeraakt maar wie kon een bloem nu wel ongeschonden aanraken, hoewel hij zijn liefdes altijd geschonden had beleefd maar wie kon een liefde nu wel ongeschonden beleven, hoewel... zonsondergang... de man die uit het raam kijkt van wie de foto zich spiegelt in het raam van wie het gezicht langer wordt en verdwijnt
kaçmak istemişti sesinden ve çarparak burçlarına şehrin şimdi kendini arayan ve yaralı ve şaşkın ve darmadağın ve döndüğü yerde hiç kimse
hij had zijn stem willen ontvluchten en die kaatsend tegen de vestingmuren nu zichzelf zoekt en gewond en verwonderd en verwilderd en op de plek waarnaar hij terugkeerde niemand
/ ve yalan, sadece resimlerdedir İstanbul'un mavisi / yürürken dikkatli ol bu şehrin sokaklarında bir çocuk kırılabilir her an ayaklarında ararken çocukluğunu öne eğik başıyla yürürken katı ol bu şehrin sokaklarında bir çocuk kanayabilir her an geçmek isterken bir bulvardan simitini satmak telaşıyla yürürken koru kendini bu şehrin sokaklarında bir çocuk dövüşebilir her an bıçağıyla sakınmak için alnını utançtan yedisine değmemiş yaşıyla yürürken unutma yani çocuklar çocuksu değildir bu sokaklarda bilmem ne demeli çocuklar hükümransa bu sokaklara ve ellerimizle kirlettiğimiz bu şehri bıraktıysak, ellerimizle kararttığımız çocuklara
/ en de leugen, alleen op plaatjes bestaat het blauw van Istanbul / pas op wanneer je door de straten gaat van deze stad een kind kan elk moment onder je voeten breken op zoek naar zijn jeugd met gebogen hoofd wees hard wanneer je door de straten gaat van deze stad een kind kan elk moment gaan bloeden op weg naar de overkant in de haast iets te verkopen wees op je hoede wanneer je door de straten gaat van deze stad een kind kan elk moment zijn mes trekken om de schaamte te bevechten van nog geen zeven jaar denk er dus om wanneer je gaat in deze straten zijn de kinderen niet kinderachtig ach ja nu de kinderen toch heersen over deze straten en als wij deze stad die wij met onze handen hebben vuilgemaakt eens overlieten aan de kinderen die wij met onze handen hebben zwartgemaakt
açar açmaz gözkapaklarımı saçılıyor tüm yıldızlar gökyüzüne ve ışık oluyorlar ve uzanıp ve acıtıyorlar gözlerimi ve yorulup ve kapatıyorum ve açtığımda burası enuzak
zodra ik mijn ogen open verstrooien alle sterren zich over de hemel en worden licht en verbreiden zich en pijnigen mijn ogen die ik, moe geworden, sluit en als ik ze opendoe is het hier het verst van al
ve demek ki bir daha onu aramadım diye hiç uzatıp en sivri dalını en derin yerinde gecenin yüreğime soktu dardağan ağacı ki kollarında büyüten beni
en dus zocht ik hem niet nog eens oftewel nooit richtte hij zijn scherpste tak op de diepste plaats van de nacht op mijn hart en stak de dadelboom die mij in zijn armen heeft grootgebracht
daireler arasında sek sek oyunu dışarı düşen yanar sorulardan önceydi cevaplar serüven yoktu henüz mutluydu henüz sekti ansızın düştü elindeki nar saçıldı sorular sancıdı yıllar
tussen de cirkels het hinkelspel wie uitvalt is af antwoorden kwamen al voor de vragen nog steeds bestond er geen avontuur hij had nog steeds geluk hij hinkelde plotseling viel de granaatappel uit zijn hand werden de vragen verstrooid waren de jaren pijnlijk
resmini yapıyorum, düşümdeki o muhteşem kadının, ve bitirsem tam, her seferinde kusurlarını gösteriyor bana onun bir başkası kusursuzluğuyla göz ederek ötesinden tuvalin ve bitimsiz yollarını erişmenin
ik maak een schilderij, van die bloedmooie vrouw uit mijn dromen, en precies als ik klaar ben, toont ze mij telkens haar fouten in de volmaaktheid van een ander met een knipoog vanachter het doek en de eindeloze wegen van wording
gündüz buluşmasıdır saydam bir vazoda nesnelerin, geceyse ayrılıklar gece buluşmasıdır ışıklı bir çarşıda yıldızların, gündüzse ayrılıklar gündüz saklamasıdır dünyayı güneşin yıldızlardan, geceyse karanlıklar gece örtünmesidir dünyanın utanıp yıldızlardan, gündüzse utanmazlıklar gündüz yansımasıdır taşın, demirin, bakırın, Diyarbakır'ın, geceyse aynasızdır sokaklar
overdag vinden in een doorzichtige vaas de dingen elkaar, maar 's nachts zijn ze gescheiden 's nachts vinden op een verlichte markt de sterren elkaar, maar overdag zijn ze gescheiden overdag hoedt de zon de wereld voor de sterren, maar 's nachts zijn ze in het duister 's nachts sluiert de wereld zich beschaamd voor de sterren, maar overdag zijn ze schaamteloos overdag weerspiegelt de steen zich, het staal en het koper, Diyarbakır , maar 's nachts zijn de straten spiegelloos
durdu iki kişi kıyısında bir denizin kıyı karanlıktı denizse fırtınalı Düşçü'ydü adı birinin ötekininse bilinmiyor uzakta dedi Düşçü ışıklar görüyorum ada olsa bu gerek düşlerdeki, gümüş saçlı doğru dedi öteki de oynaşan var ışıklar suda gözükmüyor ama ada yansısı belki de bir yıldız bizi yanıltmada güvenmezlik de ne ki böyle dedi Düşçü yıldızlara gideceğim ben umarı yok ışıklar fena ayarttı denize baktı öteki dalgalar hırçın hoyrattı fırtına gözlerini kararttı kavuşamayız mümkünü yok olsa da ada bu fırtınada gelemem yani mantıklı olmalıyız koştuğumuz düş peşinden kaçıncı bu artık yetti dedi ve karanlığa karışıp yitti Düşçü'yse bu sözlere bir kahkaha ve kendini çılgın sulara attı ne mi oldu sonunda? deniz aldı birini içti maviyi sonsuz ötekiniyse karanlık Düşçü'ydü adı birinin ötekininse 'öteki'!
er stonden twee mensen aan de rand van een zee donker was de rand maar stormachtig de zee Dromer was de naam van de een maar onbekend die van de ander in de verte zei Dromer zie ik lichtjes dat moet wel een eiland zijn van dromen, met zilveren haren goed zei ook de ander lichtjes die samenspelen in het water maar het eiland verschijnt niet misschien de spiegeling van een ster bezig ons te misleiden wat is dat voor wantrouwen zei Dromer in de sterren ik zal gaan waar geen weg is de lichtjes leidden vreselijk af de ander keek naar de zee woest gingen de golven tekeer de storm verduisterde zijn ogen we kunnen elkaar onmogelijk treffen zelfs als het eiland in deze storm belandt! komen kan ik niet dus moeten we verstandig zijn de hoeveelste droom was dit die we najoegen het was wel eens genoeg zo zei hij en loste op in de duisternis en verdween maar Dromer lachte luid bij deze woorden en wierp zich in het woeste water wat gebeurde er tenslotte? de zee heeft de een genomen hij dronk het blauw zonder einde en de duisternis de ander Dromer was de naam van de een en die van de ander 'ander'!
acıyorum, öyleyse varım varım, ve onaylamadan öyleyse öleceğim
ik lijd, dus ik ben ik ben, en door dit te belijden zal ik dus sterven
karanfil sapıdır kanatan hatırlandıkça anıları o şehrin şimdi yüreğinde söküp atamazsın elin varmaz istesen de
wat bloedt is de stengel van de anjer hoe meer je de herinneringen aan die stad voor de geest haalt des te minder kun je nu in je hart overgaan tot verdelging met wortel en tak ook als je wilt
herkes hüzünlüydü sen de öyle ne de kalabalıktı sen de içindeydin 2 herkes gülüyordu hayır sadece sen gülüyordun ne de kalabalıktı hayır sadece sen vardın
iedereen was verdrietig jij ook wat was het toch druk jij was er ook bij 2 iedereen lachte nee alleen jij lachte wat was het toch druk nee alleen jij was er
baksam yüzüne ne zaman firaridir tüm sözcükler hangi dizeyle gelirki söze suçsuzluğun öyküsü hangi sözcük beyaz kağıdı değdiğinde kirletmez ki konmazlar kalemime kelebekler yüzündeki baksam gözlerine ne zaman firaridir bütün renkler hangi tuvale sığar ki uçsuzluğun imgesi kendini yadsımadan her ikisi hep ıslak işte gözlerin tarif edilemeyişin hüznü kelebekler yüzündeki
telkens als ik kijk naar je gezicht zijn alle woorden op de vlucht met welke regel het verhaal van onschuld ook tot woorden komt welk woordje het witte papier ook beroerd het raakt niet bevuild de vlinders op je gezicht nestelen zich niet op mijn pen telkens als ik naar je ogen kijk zijn alle kleuren op de vlucht op welk linnen het symbool van oneindigheid zonder zich te loochenen ook past beide ogen zijn toch altijd nat van verdriet om onvermogen ze te beschrijven de vlinders op je gezicht
-1- rüzgarla aralanır perde, rüzgarda kuş şakıması ay ışığıyla aydınlanır sahne, sahnede buğdaybaşağı ve karanfil belirir, ut umutlu başak ve karanfilin ateşli dansı coşku seansı -2- başak gözederek çıkar (uzaklaşan ayak sesleri) karanfilin yalnızlık dansı (lirik lir) sahneye atılan bıçak ve ikisinin dansı (kaçışmalar) karanfil sendeler ve düşer (ağlayan keman) -3- yeniden dönen buğday başağı (birikmeler) başak ve bıçağın dansı (yere saçılan buğday taneleri uzanan eller) kanla kızıllanır sahne kuşlar susmuştur ay bulutlara gizler yüzünü rüzgar dalgaları alır götürür gecenin karanlık perdesiyle kapanır sahne
-1- door de wind kiert het gordijn, vogelgezang in de wind door het maanlicht kriekt het toneel, op het toneel verschijnen anjer en korenaar, met luit en hoop de vurige dans van aar en anjer de bezielde seance -2- behoedzaam vertrekt aar (zich verwijderende voetstappen) de dans van de eenzaamheid van anjer (de lyrische lier) het op het toneel gesmeten mes en de dans van de twee (de uiteenstuifenden) anjer struikelt en valt (de huilende viool) -3- het terugkeren van korenaar (het samenzijn) de dans van korenaar en het mes (op de grond gestrooide tarwekorrels waarnaar handen zich uitstrekken) het toneel wordt rood van het bloed de vogels doen er het zwijgen toe de maan verbergt haar gezicht achter de wolken de wind neemt de golven mee het donkere gordijn van de nacht sluit het toneel
ve ne tuhaf bir de ölülerinki... ölüler, ölümsüz ölüler yani istinas iskeletler yeraltındaki sonsuza dek sırıtmak mutluluk mu ki mutluluk, yeryüzünde aranan hani resimleri yapılan, düşler enhızlı buruştursun diye sanki buyüzden yeraltında saklanıyordur belki
en wat vreemd dat de doden evenmin... de doden, de onsterfelijke doden dus de vertrouwde skeletten onder de grond grijnzen tot in alle eeuwigheid, is dat geluk? het geluk, dat men toch zoekt op aarde waarover men schilderijen maakt, zodat de dromen als bij toverslag verschrompelen misschien verbergen zij zich daarom onder de grond
tuhaf şeyler yoktur aslında herşey tuhaftır, kağıt ve kalem ve meyvaç aşkları tuhaftır, özgürlük imgesiyle beni tutsak eden sözcükler tuhaf, danseden bıçakların büyüleyen parıltısı tuhaftır, yer hep yer gibi bakıp duran tuhaf, kelebek sevinç gül ve acı yanyana duran sözcükler dizini tuhaftır, anlatmak isterken anlaşılmaktan ödü kopan şairler tuhaf, kelimelerin kendinden uzak durmaları tuhaftır, ışık, karanlığı çoğaltan tuhaf Asyalılar ve Afrikalılar -bilinir- tuhaftırlar ve tuhaflık çok tuhaf birşeymiş gibi onları yadırgayan Batılılar tuhaf komşum, hergün aynı ciddiyet ve kravatla işe gidip gelen ve öyküsüne dair başka tek söz bilmediğim tuhaftır, henüz bilmediğim bir sebeple, sır sımsıkı sakladığımız kurtulmak isterken tuhaftır, sevgili asla gerçek olmayan tuhaftır, sonsuzluk içinde bir yıldızla öteki her yıldız arasındaki uzaklığın sonlu olması tuhaftır, şiirlerim ve duyduğum pişmanlık herbirinden tuhaftır, yaşam unutmakla katlanılan tuhaftır, ve orada, yaşanarak gidilebilen yerde bütün tuhaflıklara sonverecek olan bütün meziyetlerden yoksun buyüzden tuhaf bile denemeyecek tek şey ölüm buyüzden işte tuhaftır ve buyüzden işte tuhaf şeyler yoktur herşey tuhaftır
eigenlijk zijn er geen rare dingen alles is raar, papier en pen en de vrucht van hun liefde zijn raar, woorden die mij gevangen houden met beelden van vrijheid raar, de betoverende schittering van dansende messen is raar, aarde die almaar blijft toezien als aarde raar, de woorden vlinder vreugde roos verbittering keurig op een rij raar, dichters die wensen te spreken doodsbang dat men ze begrijpt raar, de woorden die zichzelf op afstand houden zijn raar, licht dat het donker dieper maakt raar Aziaten en Afrikanen zijn raar - zoals bekend - en het rare van Europeanen die hen mijden als iets heel raars is raar mijn buurman, die elke dag met dezelfde ernst en das naar zijn werk gaat en terugkeert en dat ik van zijn verhaal geen enkel ander woord ken raar, om een mij nog onbekende reden, het diepe geheim dat wij bewaren en onthullen willen is raar, de geliefde die nooit werkelijk bestaat is raar, de eindigheid van de afstand tussen een ster en elke andere ster in de oneindigheid is raar, mijn gedichten en mijn gevoel van berouw erover zijn raar, het leven dat we verdragen door te vergeten is raar, en daar, waar we alleen heengaan door te leven die een einde maakt aan alle rariteiten die beroofd is van alle deugden, en dus de enige is die niet raar kan heten de dood is juist daarom raar en juist daarom is er niets raar is alles raar
açtım pencereyi bir sabah ürküp uçuştu kuşlar baktım arkalarından, şaşkınlıkla sapan bile tutamazken ellerim çocukken yaptığım yaramazlıkla çünkü ben çok güçsüzüm baktım arkalarından ve gördüm göçüp gitmiş yazık yaz güz dadanmış ağaçlara müstehcen rüzgarıyla üryan ağaçlar erotik değildir kuşlara çiçekler savruluyor renkler solmakta güz yazılgandır çünkü ben çok güçsüzüm çünkü ben çok güçsüzüm mayıs da göçmüştü yaz yaşanmadan vardı herbiri sanki pişmanlıkla bu yüzden yalanlanan çevrilen sayfaları zamanın suçların da durmadan kemanını kanatıyor mevsimlere küstürülmüş bir çigan çünkü ben çok güçsüzüm yani ben çok güçsüzüm
op een ochtend opende ik het raam verschrikt fladderden de vogels op verbaasd keek ik ze na nog geen katapult hield ik in mijn handen bij het kattenkwaad dat ik uithaalde als kind want zo sterk ben ik niet ik keek ze na en zag de verdwenen onzalige zomer de van bomen bezeten herfst met zijn onzedelijke wind naakte bomen zijn voor vogels niet erotisch bloemen verwelken kleuren verbleken er wordt herfst geschreven want zo sterk ben ik niet want zo sterk ben ik niet, ook mei was vertrokken zonder beleven was er de zomer, was iedereen als uit berouw hierom belogen bladerende bladzijden van tijd, van schuld, en onophoudelijk laat een door de seizoenen bezoedelde zigeuner zijn viool bloeden want zo sterk ben ik niet zo sterk ben ik immers niet
genç bir insan yatıyor vurulmuş kan yürümüş sokaklara ıslak sen öldürmedin onu farkındasın yürüyüp gidiyorsun kayıtsız izlerin kalıyor geride kanlı hayır arkandan geliyor yatakodana dek gecelambasıyla aydınlatmaya çalışıyorsun düşlerini sen öldürdün onu demek ki farkında değilsin sana çıkıyor ki kuşkuya yer bırakmaz maktulün ifadesi
er ligt een jong mens neergeschoten bloed loopt over de straten doornat jij vermoordde hem niet besef je je loopt verder zorgeloos je sporen blijven achter bebloed nee zij achtervolgen je tot aan je slaapkamer met het nachtlampje probeer je je dromen te verlichten jij vermoordde hem dus je beseft het niet de verklaring van de vermoorde die aan twijfel geen ruimte laat voert naar jou
bir çığlığa uyandı karanlık kıyıdaki bilge çınarağacı tutuşmuş yanıyordu durmuştu nehir kızıl düşler kuruyordu suda yekinen deli doru atların rüzgar yelesini dağlara savuruyordu o herşeyin bir şiiri hazırladığını görüyordu ama kadim bir söz katmak için akşama "ateş ve ağacın dansını ilki kazanır!" dedi, ve seyre oturdu... alevler ağacın kanıyla renkleniyordu ağaç kavalından kızıl kuğular uçuruyordu alevler ağaçla kendini tüketiyordu o herşeyin bir şiire tıpatıp uyduğunu görüyordu ama "Tanrım" dedi çığlık içre, "bu ne müthiş yanılsama!" ve mahcup kalmamak için bu müstesna akşama "ateş ve ağacın dansını herikisi kaybeder: kazanan küldür!" dedi, ve çekilip gitti... o sonuçta geceye bir bilge söz düştüğünü farketmişti ama gecenin kanatlarını açtığında sabaha seherin serin esintisiyle savrulan şeyin ne olduğunu farketmemişti hayır, kül değil!
Op een kreet ontwaakte de duisternis: de wijze plataan op de oever stond in lichterlaaie de rivier had haar loop gestaakt, verbeeldde rode dromen bronstige roodbruine paarden, stoeiend in het water wierpen hun windmanen over de bergen hij zag dat alles gereed was voor een gedicht maar om de avond van een wijs woord te voorzien zei hij: "De dans van vuur en boom wint de eerste!" zat neer en zag het aan... vlammen kleurden zich met bloed van de boom de boom liet rode zwanen opvliegen uit zijn fluit met de boom putten de vlammen zich uit hij zag dat alles naadloos paste in een gedicht maar "Mijn God" riep hij uit, "wat een verschrikkelijk misverstand!" en om deze uitzonderlijke avond niet te beschamen zei hij: "De dans van vuur en boom verliezen zij beide: de winnaar is as!" en ging heen... hij besefte dat in de nacht alsnog een wijs woord was gevallen maar toen de nacht zijn vleugels opsloeg naar de morgen had hij niet beseft wat er met de koele ochtendbries was opgestoven nee, geen as!
-fragman- adının tutsaklığında herşey, yolculuklar orada başlıyor, ötede, adların bittiği o bitimsiz yerde, nesneler düşekalka düşekalka düşe... ötekine taşınmakta, müzik yadsıyarak biçimleri... kızgın kılıçlardan birbirine benzeyen kıvılcımlar tutuşup kaçan ışık parçaları hani çeliğin kalbinde yatan öylece kurtulma sevinci kendinden sanki hep aynı pişmanlığı ağlıyor bulutlar, zaman, ve hep aynı mutsuzluk başlatıyor nehirleri: zaman öteki'dir, "Ben Orestes'im!" o'nsuz eksiliyorsam, ağıt... ilk ağıt mıydı ilk isyanı başlatan ilk isyancı mıydı ilk türküyü söyleyen ve müzik, arayan ötekini, sestir o , ve ses biri'dir, bilinen... koro hiçkimse'dir, birtek aykırı sesle yokluğu kesinlenen... beni hep sessizlik ürkütmüştür! boş defter çoğaltıyor sözcükleri: çırpınış çılgınlık çığlık düşler düşünceler dövüşler göçler tanrılar türküler tutkular tutunmak için sayfada hepsi... çatışkı, çatlak... ve tarih o karanlık bellek, aydınlandıkça hatırlanıyor gelecek, Bugün buyüzden söndürüp kararttıkça, kendini... yakılan kentlerden nedir ki geriye kalan? -hayır o bile değil kül savrulur- Sinacherib! Babil'i yıkan! bir yazıtta kaldı adın korunan! çoğul lambalar çoğaltıyor gölgelerimi hangisini söndürsem yarım kalıyor diğerleri çoğul lambalar çoğaltıyor gölgelerimi, öyleyse ben varım: gölge etmek için! tekil karanlık aydınlatıyor düşlerimi: gözler kapalı olacaktır, renkler açık seçiktir, sözcükler susmuştur yüksek seslerle, buyüzden duymaktasınız onları, nesneler yersiz yerindedirler, ebatlar eşitlenmiştir, sorular bitmiştir yokluğunda cevapların, tezatlar aynı nehir içinde erimiştir, zamansız bir nehir, özlenen Birlik?..
-fragment- alles zit gevangen in zijn naam, reizen beginnen daar, ginds, waar namen eindigen op die oneindige plek, voorwerpen verhuizen wankelend naar de droom... naar de volgende, terwijl muziek de vormen ontkent... razende zwaarden die elkaar gelijken vonken die gloeiend in het rond spatten die besloten liggen in het hart van staal als van vreugde over het bevrijden van zichzelf wolken huilen altijd dezelfde spijt, de tijd, en rivieren ontspringen altijd aan hetzelfde ongeluk: de tijd is de ander, "Ik ben Orestes!" als ik zonder hem minder, de hymne... was het de eerste hymne die tot opstand aanspoorde was het de eerste opstandeling die het eerste lied zong en de muziek, die de ander zoekt, dat is de stem, en de stem is iemand, bekend... het koor is niemand, van wie de afwezigheid door een enkele tegenstem wordt bevestigd - mij schrikt de stilte altijd af! het lege schrift vermeerdert de woorden gefladder geflodder geflaneer dromen denken daden tochten goden gezangen geloven alles tot behoud, op de bladzij... botsend, barstend... en geschiedenis dat duistere geheugen, naarmate het helderder wordt herinnert men zich de toekomst, vandaag is daarom naarmate het dooft en donkert, zichzelf... wat rest er van verbrande steden? -nee zelfs niet de as die wordt verspreid- Sinacherib! die Babylon verwoestte! op een stenen tafel bleef je naam behouden! een veelvoud aan lampen vermeerderen mijn schaduwen welke ik ook doof de andere blijven flakkeren een veelvoud aan lampen vermeerderen mijn schaduwen, dan ben ik er: om schaduw te werpen! een enkelvoudige duisternis verlicht mijn dromen: ogen zullen gesloten zijn, kleuren zijn open en helder, blijkbaar zwijgen woorden hardop, daarom hoort u ze, voorwerpen staan misplaatst op hun plaats, blijkbaar vallen dimensies samen, eindigen vragen in de leegte van antwoorden, lossen tegenstellingen op in dezelfde rivier, een tijdloze rivier, de begeerde eenheid?..
kanlı geçit resmi rakamların susturduğunda harfleri bir general madalyalarını sayar bir şehir ölülerini kanlı geçit resmi rakamların susturduğunda harfleri resimsiz ve renksemez sokaklar geride kalır orada, birin sekiz ve üçle ya da sonsuz ve hiçle eşitlendiği o yerde madalyalar ölülerle sayılır ölüler yoktur oysa ölüler nasıl sayılır? zafer takına asılı bayraklar o bayrakları dalgalandıran rüzgar- la geçerken zaman ki onaylamadan herbiri ve hepsi sanki kederden dalgalanır matematik, kanlı yalanıyla doğrulanır
als de bloedige optocht van cijfers het zwijgen oplegt aan letters telt een generaal zijn medailles een stad zijn doden als de bloedige optocht van cijfers het zwijgen oplegt aan letters blijven de straten zonder beeld en kleurenblind achter daar, op die plek waar één gelijk is aan negen en tien of aan oneindig en niets telt men medailles met doden hoe telt men doden als die er niet zijn? aan de triomfboog hangen de vlaggen terwijl de tijd ontkend verstrijkt met de wind waarin die vlaggen wapperen raakt alles en iedereen als door smart bewogen maakt de rekenkunde zich waar door een bloedige leugen
sesin karanlık bir sudur senin, içinde gümüş aynalar gemiler yelken açmıştır, adağında uzak adalar sesin bağışladığım ölümdür, bir haç'ın boynuna asılı kampana bir çöl yürüyor şehre, kendini hatırlamıyor sokaklar sesinde genç oğullar bıçaklanıyor, ağlıyor işte bütün anneler sesin Yazıkdoğu'dur, terkedilen kendi güneşince her sabah ağlayan... güzdür, değdiği her iklimi acıtan bir haritanın henüz çizilmemiş, ya da ondan da önceki, bir haritanın hiç çizilemeyecek olan hali... sesli harfler, sessizleri birbirine kavuşturan sesinde biliciler otağ kurmuş, şimdiye taşınıyor ve onda sonsuzlaşıyor zaman... kuvars kristalleri saçılıyor, esriyip gidiyor saplandıkça bedenine bir şaman... yeryüzünden kaçmak isteyen alevdir, sesin bir fahişe yenilgiyi yeden isyan sesinde saksağanlar gümüş yüzükler
jouw stem is een donker water, waarin zilveren spiegels boten met gehesen zeilen, de belofte van verre eilanden je stem is de dood die ik vergeef, de klok aan de hals van een kruis naar de stad loopt een woestijn, straten herinneren zich niet zichzelf in je stem worden zonen overhoop gestoken, en huilen alle moeders je stem is het Noodlottige Oosten, dat iedere ochtend door haar eigen zon verlaten wordt, en huilt... de herfst, die elk klimaat krenkt dat ze aanraakt de nog altijd niet getekende vorm van een landkaart, of die van daarvoor, de voor altijd ontekenbare... stemhebbende letters die de stemloze tot elkaar brengen in je stem zetten kenners hun tent op, verhuist de tijd naar nu en onteindigt zich daar.... slingeren kwartskristallen rond, doordringen het lichaam van een sjamaan, brengen hem in extase... hij is de vlam die de aarde wil ontvluchten, je stem een hoer de opstand die de nederlaag lijdt eksters en zilveren ringen in je stem
rotterdam hoogstraat'ta yolumu kaybettim içmiştim belki sarhoştum kendimi kaybettim bir yabancıydım, sordum: tanımıyordu kimseler anılar fikir vermiyordu, ihanet etmiştiler bir bayram günüydü bir ağustos sıcağı ya da bir yılbaşı gecesi hayır kimliksizdi zaman, yüzüm yansımıyordu vitrinlerde, ışıklar mı çok kirlenmiş ben mi hataydım? rotterdam hoogstraat'ta bir suçluyu vurdular beni vurdular koştum arkalarından haykırdım yorgundum belki sarhoştum, gecikmiş bir sözcük gibi bağıra çağıira ağladım
rotterdam in de hoogstraat ben ik de weg kwijtgeraakt had ik gedronken was ik dronken misschien mezelf kwijt ik was een vreemde, deed navraag: bij niemand bekend herinneringen boden geen uitweg, bedrogen een feestdag was het augustuswarmte of een nieuwjaarsnacht nee onpersoonlijk was de tijd, mijn gezicht weerspiegelde zich niet in de winkelruiten, waren de lichten vervuild was ik een vergissing? rotterdam in de hoogstraat overvielen ze een schuldige overvielen ze mij ik rende achter ze aan riep ze na doodmoe was ik dronken misschien, als een woord dat te laat kwam schreeuwend ben ik in huilen uitgebarsten