ELİN TİNİ
El göz gibidir, iz bırakmaz yürüdüğü yolda.
Eller ezbere bilir kabartma haritasını bedenin.
Sözsüz sevişir el, yarasını alır sözün.
Donar elin ırmağı yıllar çalınca sıcağını.
Görünmez bir el boyuyordu gökyüzünü.
Güzelliğe gizlilik katıyor elin tini.
Cennetteydik şimdi, olmasaydı Adem’in eli.
En çıplağımızdır el, beyazı koyar geceye.
Ellerimizle boğarız düşümüzü bazen.
Kadın elinde taşır rüzgârını.
El acemi bir ırmaktır akmaya.
Rüzgârın eli okşasın diyedir çıplaklığı suyun.
© Gonca ÖZMEN, 2000
KUYTUMDA KIRMIZIKEDİ İstanbul DE ZIEL VAN DE HAND
De hand is als het oog, laat geen sporen na op de afgelegde weg.
Handen kennen de reliëfkaart van het lichaam uit het hoofd.
De hand bedrijft zonder woorden de liefde, omvat de wond van het woord.
De rivier van de hand bevriest wanneer de jaren zijn warmte stelen.
Een onzichtbare hand schilderde de lucht.
De ziel van de hand voegt geheimzinnigheid toe aan schoonheid.
We zouden nu in de hemel zijn, als Adam geen hand had gehad.
De hand is ons naakste orgaan, plant het wit in de nacht.
Soms wurgen we onze dromen met onze handen.
De vrouw draagt de wind in haar hand.
De hand is een rivier die het stromen nog moet leren.
De hand van de wind is bestemd voor het strelen van de naaktheid van water.
© Sytske Sötemann, 2022
Voor Poetry International