Gazel
II
Çıkalı göklere ahım şereri döne döne
Yandı kandil-i sipihrin ciğeri döne döne
Ayağı yer mi basar zülfüne berdar olanın
Zevk ü şevk ile verir can u seri döne döne
Şam-ı zülfünle gönül Mısr’ı harap oldu diye
Sana iletti kebuter haberi döne döne
Sen durup raks edesin karşına ben boynum eğem
İne zülfün koça sen simberi döne döne
Kâbe olmasa kapın ay ile gün leyl ü nehar
Eylemezlerdi tavaf ol güzeri döne döne
Sen olasın diye yer yer asılıp ayineler
Gelene gidene eyler nazarı döne döne
Ey Necati yaraşır mutribi şeh meclisinin
Raks urup okıya bu şi’r-i teri döne döne
© Necati Bey, 15e eeuw
Gazel
II
Sinds de vonken van mijn zuchten de hemel in schoten, al wentelend,
Brandde het hart van de hemelse kaars, zich draaiend en wentelend.
Zodra de voet van de gehangene in je krullende lokken de grond raakt,
Geeft hij zich met hoofd en hart vreugdevol over, al wentelend.
Met het Syrië van je lokken werd het Egypte van mijn hart een ruïne,
Aldus luidde het bericht dat de duif jou bezorgde, al wentelend.
Sta jij maar op om te dansen, terwijl ik mijn hoofd zal buigen,
Laat je lokken hangen, koester je zilveren boezem, al wentelend.
Als jouw deur geen Kaäba was, dan zouden de zon en de maan
Er niet dag en nacht eeuwig omheen blijven draaien, al wentelend.
Jij zou het kunnen zijn, die in de her en der hangende spiegels
De blik weerkaatst van hen die komen en gaan, al wentelend.
O Necati, voor de zanger van deze bijeenkomst ter ere van de sultan,
Is het heerlijk te dansen en dit nieuwe vers te declameren, al wentelend.
© Sytske Sötemann, 2007