Sytske SötemannArtikelen etc.Yazılar v.s. | |
Artikelen | |
‘Correspondenties’ in de Turkstalige poëzie van dit millennium | |
2021 | Vertaler Sytske Sötemann verwelkomt ons in de wereld van de Turkse dichter Gonca Özmen Stel dat ik de wens had om een representatieve bloemlezing van Turkstalige dichters in het nieuwe millennium samen te stellen, en ik zou met het oog daarop een aantal dichters en recensenten vragen naar hun voorkeuren, dan is de kans groot dat Gonca Özmen op alle lijstjes voorkomt. En dat is in het huidige literaire klimaat vrij uitzonderlijk aangezien er over veel dichters aanzienlijk minder eensgezindheid bestaat. Dat was in de vorige eeuw wel anders. Destijds was er nog in hoge mate overeenstemming omtrent ‘de dichters van naam’, zodat er zonder veel keuzeproblemen een verantwoorde canon van de Moderne Turkse poëzie* kon verschijnen. In deze tijd is een dergelijke onderneming dus een haast onmogelijke opgave, niet alleen vanwege het enorme aantal gepubliceerde dichters, maar vooral vanwege de vele afzonderlijke dichterskringen, verenigd op basis van politieke of religieuze voorkeur, seksuele geaardheid en (vrouwen)emancipatie.De poëzie van Gonca Özmen omvat veel van die verschillende levensinstellingen die bij anderen juist tot aparte groepsvorming hebben geleid. Gonca Özmen (1982) won tijdens haar middelbare schooljaren al gedichtenwedstrijden. Op haar achttiende ontving ze voor haar debuutbundel Kuytumda [In mijn hoekje] een prijs die te vergelijken is met de C. Buddingh’-prijs. Haar eveneens bekroonde tweede bundel Belki Sessiz [Misschien stil] verscheen acht jaar later. Het duurde vervolgens elf jaar voor haar derde bundel Bile İsteye [Willens en wetens] werd gepubliceerd, waarvoor ze de Turkse pendant van De Grote Poëzieprijs kreeg. Intussen studeerde ze Engels aan de Universiteit van Istanbul, waar ze in 2016 promoveerde op het beeld van de vrouw in de kunsten en hoe vrouwen dat beeld via ‘her-beschrijving’ kunnen veranderen. Özmen is bovendien werkzaam als vertaalster en als redactielid van het mede door haar opgerichte tijdschrift voor vertaalde literatuur Çevirmen Notu [Noot van de vertaler]. In een interview, onder de kop Şiir Dili Dış Dünyayı Birebir Yansıtmaz [De poëtische taal weerspiegelt niet een-op-een de buitenwereld], naar aanleiding van de publicatie van haar jongste bundel gaat Gonca Özmen in op de lange periodes van stilte tussen haar bundels: ‘Vanzelfsprekend hebben die tussenliggende jaren mijn poëzie beïnvloed. Alles wat ik daarin heb ervaren, beleefd, gevoeld en gelezen, heeft mijn visie op de wereld en de kunst veranderd, waardoor ook mijn opvattingen omtrent het schrijven van gedichten zich hebben ontwikkeld.’ In de loop van de tijd heeft haar poëzie gewonnen aan harmonie tussen inhoud, vorm en het gebruik van taal, klank en ritme. Ontwikkeling valt ook waar te nemen in haar thematiek. Hoewel in haar gedichten altijd al duidelijke ‘correspondenties’ bestonden tussen haar zintuigen en de natuur, tussen haar innerlijke beleving als vrouw en de maatschappelijke positie van vrouwen, zijn in haar jongste poëzie die (ver)banden aanzienlijk verstevigd en inniger verstrengeld geraakt in haar taal. Daarbij krijgen sommige woorden nog een extra symbolische lading, zoals in deze bundel het woord “zweet”:‘Voor mij staat “zweet” voor de angst en ellende van het leven, de geboorte en het verwekken, de zware omstandigheden waarin slaven, arbeiders en anderen moeten werken, de seksualiteit en het hevige verlangen.’ In Willens en wetens, het titelgedicht uit haar derde bundel, onderneemt het subject, de onderdrukte vrouw, actie. ‘Degene die “ik” zegt is een ondernemende, moedige vrouw, die niet bang is voor haar eigen zweet. Ze wijst de mannelijke onderdrukking af en laat zich niet langer in huis opsluiten.’ Zo krijgt het woord “(t)huis” voor haar een giftige, angstaanjagende betekenis, een plek waar je juist niet heen wilt: Sevgilim – beni eve götürme geceleri [Liefste – neem mij ’s nachts niet mee naar huis]. Dit titelgedicht is representatief voor het huidige werk van Gonca Özmen. Alle elementen van haar dichterschap komen er in aan de orde: haar rusteloosheid, haar vreugde en teleurstellingen, haar verlangen naar verandering en haar oproep om zich niet neer te leggen bij de misstanden in de maatschappij, zoals klassenverschillen, ongelijkheid en racisme, en de patriarchale cultuur die leidt tot lichamelijke, psychische en seksuele onderdrukking van de vrouw. ‘Dat zijn mijn onderwerpen, daarover wil ik schrijven, en daarvoor vind ik mijn kracht en inspiratie bij feministische organisaties, bij kunst, literatuur en poëzie.’ Toch zijn haar gedichten bepaald geen propagandistische pamfletten. Haar poëzie is geen voertuig voor een boodschap. Zij streeft ernaar om haar lezers, hoe verschillend hun achtergronden en daarmee hun associaties die de gedichten oproepen ook mogen zijn, op gevoelsmatig en geestelijk niveau aan te spreken. Dat doet ze met gewone woorden, omdat niemand zich mag laten afschrikken door haar woordgebruik. Wel probeert ze met haar poëzie een andere wereld op te roepen, waarin bijvoorbeeld “de schaduw een waanzin kan scheppen”. Welkom in de wereld van Gonca Özmen. * Moderne Turkse poëzie. Samenstelling: Mehmet Emin Yıldırım, Sytske Sötemann en Mehmet Çetin. (Atlas 2010). Alleen nog verkrijgbaar via www.sytskesotemann.nl. Vertaling van de citaten uit het interview: Sytske Sötemann Het betreffende gedicht en de vertaling zijn te lezen op deze website onder 'Vertalingen' Gonca Özmen. |
(Terug) |